Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice houdt van schaken, van de vrouwtjes, van dansen en van zichzelf. Ook houdt Maurice van het becommentariëren van schaakpartijen. Maar nog meer dan dat alles houdt Maurice van geld. Als hij een grootmeester een goede zet ziet doen, noemt hij dat de ‘money move’. Als een partij beslist is, schreeuwt hij: ‘That is money, baby!’

Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice houdt van centjes. Op internet staat een filmpje waarin hij een klas van een basisschool in een achterstandsbuurt ergens in de V.S. toespreekt. Passie is leuk en aardig, maar geld daar draait het om, is de boodschap van Maurice. Meer dan de helft van z’n verhaal gaat over geld verdienen en dat je kan bereiken wat je wil bereiken als je dat maar graag genoeg wil. Maurice heeft bereikt wat hij wil bereiken, namelijk rijk worden, en dat mag de wereld best weten.

undefined

Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice houdt van geld. Hij organiseerde Millionaire Chess in Las Vegas. De winnaar van de laatste editie won 30.000 dollar. Niet slecht, maar toch minder dan dat je aan de hand van de naam van het toernooi zou denken. Inmiddels bestaat Millionaire Chess niet meer, wegens gebrek aan fondsen. Want Maurice had geen zin in de naam van het toernooi te veranderen in 763,345 dollar Chess. Succes begint in de V.S. bij een miljoen, en eindigt daar ook.

Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice moest van ver komen, en laat niet na dat af en toe te melden. Geboren in Jamaica, groeide hij op in Brooklyn, New York. Daar golden de keiharde wetten van de straat, ook op het schaakbord. Tijdens het vluggeren ging het er soms hard aan toe en werd er gestreden op leven en dood; de ene na de andere truc werd uit de mouw geschud. Vanwege deze zware jeugd is Maurice nu zo’n vechter, en daarom is het nog veel knapper dat hij het zover heeft geschopt. Tegelijkertijd zou Maurice z’n achtergrond nooit verloochenen.

Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice glimt constant en draagt dure maatpakken, zodat anderen kunnen zien hoe succesvol hij is. Hij heeft de kleermaker gevraagd wat extra ruimte in de hals vrij te laten, omdat anders zijn stierennek niet in het pak past. Die nek is het gevolg van regelmatig bankdrukken in het fitnesshonk van het hotel. Want Maurice ziet er goed uit, en wil dat graag zo houden.

Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice krijgt betaald voor commentaar leveren tijdens schaaktoernooien, goed betaald. Na de centjes op z’n bankrekening, is Stockfish z’n beste vriend. Hij weet dat hij zonder Stockfish nergens was geweest, maar volgens Maurice geldt dat andersom ook. Er gaan geruchten dat de twee een kortstondige relatie hebben gehad, maar dat Maurice die romance heeft verbroken toen AlphaZero z’n collega Stockfish versloeg. Alleen het allerbeste is goed genoeg voor Maurice.

Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice heeft naast z’n computer nog heel veel andere vriendjes. Maurice houdt namelijk van geld en hij houdt ook van andere mensen die geld hebben. Hij noemt Caruana voorafgaand aan interviews altijd ‘My dear friend Fabi’, waarna de Italiaans/Amerikaanse grootmeester altijd even een pijnlijke stilte laat vallen en enigszins gegeneerd wegkijkt. Dat maakt Maurice niets uit. Het gaat om de beeldvorming, om het succes. Het gaat Maurice om het leven van de American Dream.

Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice geeft commentaar alsof het niet een schaakpartij betreft, maar een American football match. Maurice houdt niet van remises. Hij schreef een essay over het verbod op remises, waar hij al jaren voor pleit. Sport gaat om winnen en verliezen, maar nog meer om winnen. Als je wint heb je vrienden. Rijen dik. Echte vrienden. Dat denkt Maurice tenminste.

Maurice Ashley is een Amerikaan. Hij is een grootmeester, maar wel een van de mindere. Toen hij dat zelf ook inzag is hij commentaar gaan geven, om zo het maximale uit z’n carrière te halen. En dat heeft hij gedaan. Maurice geeft commentaar alsof z’n leven ervan afhangt. Hij is de grootmeester en vertelt ons – gewone stervelingen – hoe het zit. Hij doet dit met behulp van de computer omdat dit voor extra entertainment zorgt. Maar zonder computer had Maurice het ook best gekund.

Simon Williams is een Brit. Simon drinkt veel en verliest veel. Ook Simon geeft commentaar en ook Simon is een van slechtste grootmeesters op deze aarde. Toch is Simon het tegenovergestelde van Maurice. Terwijl Maurice de wereld laat zien hoeveel geld hij heeft, laat Simon de wereld zien hoe het is om proberen te leven van het schaken en net niet aan de bedelstaf te geraken. Hoe je jezelf moet verhoereren op YouTube om nog wat blikken Hollandia te kopen. Maargoed, deze column gaat niet over Simon Williams.

Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice is een échte Amerikaan, en dat botst nog wel eens met de Europeaan. Zoals die keer dat Carlsen met zwoegen en ploegen een blitzpotje won, en Maurice het een ‘not-so-smooth win’ noemde. Dat was misschien onschuldig en geheel in stijl met zijn manier van commentaar geven. Alles in de overdrive. Carlsen vond het echter niet leuk. Carlsen wordt niet graag de les gelezen door een grootmeester met minstens 400 ratingpunten minder die wordt bijgestaan door met een computer met zeker 400 ratingpunten meer.

Maurice Ashley is een Amerikaan. Maurice is zelfverzekerd en weet wat hij wel kan en wat hij niet kan, al valt dat laatste natuurlijk best mee. Maurice is niet snel nerveus. Behalve als hij Carlsen moet interviewen. Als hij Carlsen moet interviewen dan hoopt hij dat de wereldkampioen niet boos op hem wordt. Hij probeert Carslen gunstig te stemmen door hem in de inleiding iets te vaak ‘world champion’ en ‘great champion’ te noemen. Zo laat Maurice ook zien dat een sterke persoonlijkheid als hijzelf niet te beroerd is om een andere sterke persoonlijkheid een compliment te geven.

Maurice Ashley is een Amerikaan. Carlsen is een Noor. Beiden zijn winners, maar wel op een totaal verschillende manier. Carlsen houdt zichzelf scherp door contant kritisch op zichzelf te blijven en nooit tevreden te zijn met zichzelf. Maurice is meestal wel tevreden met zichzelf. Sterker nog, Maurice Ashley heeft geen enkele reden om niet tevreden te zijn met Maurice Ashley.

Maurice Ashley is een Amerikaan, van wie ik een poster boven m’n bed heb hangen. Ik moet namelijk iets bekennen: ik houd van Maurice. Ik voel me zelfs een beetje aangetrokken tot Maurice, al weet hij dat niet. Nog niet. Al die topgrootmeesters die telkens na de partij met hun autistische verhaaltje komen en allemaal hetzelfde zeggen… Nee, neem dan Maurice. Maurice doet alles met passie. Maurice is een op en top professional en precies wat de schaaksport nodig heeft. Maurice is helemaal zichzelf. En Maurice Ashley is een Amerikaan.

Benno de Jongh is journalist en schaker, hoewel hij nooit een rating van 2000 heeft bereikt en waarschijnlijk ook nooit zal bereiken. Hij geldt als kenner van het Olifantengambiet en is bezig met een boek over deze onderschatte opening, (werktitel: The Elephant Gambit, A Rare Black Beast with a Proboscis on the Board). Wellicht ten overvloede, maar toch goed om te melden: de meningen van De Jongh zijn in geen geval een reflectie van de mening of het beleid van de toernooiorganisatie. De columns verschijnen op speeldagen rond 3 uur ’s middags op de website.